U bent hier:
Home
>
Uitgebreide informatie Boxer
> Gedrag en Levensruimte van de Boxer
Gedrag en Levensruimte van de Boxer
De Boxer bezit een aangeboren moed en kracht die uitzonderlijk
te noemen zijn. Beide eigenschappen heeft hij geërfd van zijn stamvader, de
Bullebijter. Tegenwoordig is hij echter geen vechthond meer. Vanaf het begin van
de 20e eeuw hebben de Duitse fokkers geprobeerd zijn karakter te verzachten en
een hond te fokken die volledig is aangepast aan onze moderne beschaving.
Tegenwoordig moeten de dieren sociaal en volgzaam zijn, maar tegelijkertijd in
staat hun baas te verdedigen, overal, altijd en in elke situatie. Hoewel de
Boxer een zeer aangenaam gezelschapsdier is, kan hij zich - als de situatie het
vereist - ontpoppen als een gevreesde verdedigingshond. Zo haalt Elizabeth
Sommerfield het geval aan van een Boxer die naar Kenia was geëxporteerd om daar
als waakhond te worden gebruikt.
Terwijl hij zijn baas verdedigde, raakte hij
door messteken van de aanvallers zeer ernstig gewond. Toch bleef hij in dat
gevecht tot zijn dood zijn taak uitoefenen, wat duidelijk het karakter van deze
hond illustreert. In het dagelijkse leven komt het gelukkig heel zelden voor dat
de Boxer in een dergelijke situatie moet optreden. Toch is het goed - en
geruststellend - om te weten dat hij tot een dergelijke moed in staat is. Zijn
atletische bouw, zijn krachtige spieren en zijn onvriendelijke
gelaatsuitdrukking zouden de meest roekeloze waaghals toch tot nadenken moeten
stemmen.

De Boxer staat erom bekend dat hij heel
gehecht is aan zijn baas en graag met kinderen speelt. Hij is uitbundig en
heeft soms zelfs moeite om stil te zitten. Dat is een van de redenen waarom
hij niet bepaald de aangewezen hond is voor bejaarden, hoewel zijn
onstuimigheid eerder prettig is dan echt lastig. Toch is het in principe zo,
dat als het dier al op heel jonge leeftijd wordt opgevoed en zijn baas hem
duidelijk laat merken wie de baas is, men geen grote moeilijkheden hoeft te
vrezen. Boxers zijn de aanhankelijkheid en liefheid zelve als ze netjes zijn
opgevoed. Door hun intelligentie en hun wil om het hun bazen - als ze met
hen een goed contact hebben - naar de zin te maken, is het prettig werken
met deze honden. Van huis uit zijn Boxers ook goed in staat om - uiteraard
na een gedegen opleiding de zogenaamde IPO-proeven (Internationale
Prufungsordnung) of te leggen. Dat zijn proeven waaruit moet blijken hoe
goed een hond in de hoedanigheid van waak- en verdedigingshond functioneert.
De Boxer behoort tot de zes offici6le Duitse gebruikshondenrassen, maar
wordt in Nederland en België voornamelijk als gezelschapshond gehouden.
Een Boxer is eigenlijk geen hond om de
hele dag op een flat te zitten. Vooral de jonge Boxer is erg actief en heeft
het meeste baat bij lange wandelingen en vaak stoeien met de baas. Hij heeft
bewegingsruimte nodig, bijvoorbeeld een tuin waarin hij zich de hele dag kan
uitleven, voordat hij 's avonds weer in huis komt. De baas van zo'n hond
moet iedere dag lange wandelingen met hem maken, zodat hij kan rennen. !open
en goed zijn energie kwijt kan. Boxers zijn speels en nieuwsgierig. Als ze
tijdens een wandeling soortgenoten tegenkomen, willen ze zeker spelen.
Hierbij willen ze nog wel eens de boventoon voeren, wat misschien bij de
andere honden niet altijd in goede aarde valt. Als de Boxer al te
opdringerig is, moet zijn baas hem corrigeren. Dat kan hij als hij zijn hond
al op jonge leeftijd heeft geleerd zijn commando's op te volgen. Een Boxer
is zeker een beschaafde hond, maar het is en blijft een hond met initiatief!

Gelukkig is dit dier gemakkelijk op te
voeden, want hij is intelligent. En hoewel hij zich graag amuseert -
springt, opspringt, een stok apporteert, balt met zijn jonge bazen, kortom
laat zien dat hij er is en graag alle aandacht voor zich opeist, hoeft dit
geen reden te zijn om aan al zijn invallen toe te geven. De Boxer is een
zeer gespierde en zelfverzekerde hond, maar men moet ervoor oppassen dat hij
geen kinderen of bejaarden omver loopt in zijn geestdrift en vrolijkheid, of
het meubilair vernielt, onder het mom van 'hij leeft zich alleen maar uit'.
bron: mijn hond, mijn vriend
|